Dag 15: Husum-Bispgården

6 juli 2019 - Bispgarden, Zweden

Voor mij was het een wat onrustige nachtrust. Zo halverwege de nacht werd ik wakker van de jeuk aan mijn enkels. We hebben aardig wat muggenbulten. Bijzonder irritant. Een gaat nog, maar zoveel. De volgende ochtend na een heerlijk douche nemen we de moeite om ze te tellen. Onder de knie komen we samen op zo’n 40 stuks! Onder de knie!

Vandaag blijven we in de buurt. Nathalie heeft een natuurcamping gespot in Bispgården. In de NKC app, de NL camperclub waarvan ook wij lid zijn, wordt de rust en de eenvoud van de camping geroemd. Het is niet ver weg, zo’n 150 km.

Via wederom een mooie route komen we rond lunchtijd aan inSollefteå. Een stadje met zo’n 3.500 inwoners.

We parkeren de camper en via het stadspark, waar activiteiten plaatsvinden voor de jeugd, komen we in het kleine centrum.

Het mooiste gebouw in de hoofdstraat is een lunchroom. We besluiten er wat te eten en gaan naar binnen. Binnen is het een soort villa Kakelbont. Het is een allegaartje van meubeltjes en hetzelfde geldt voor het bestek, de bordjes en de kopjes. Maar de lunch is er heerlijk en het straalt veel gezelligheid uit.

Zweden doen niet moeilijk. Je gaat in de rij staan, doet je bestelling en rekent af. Stel je hebt koffie dan pak je je kopje en vult het met koffie. Wil je er daarna nog een? Geen probleem ga je gang. Ben je klaar met je lunch, ruim dan zelf af en breng alles naar de verzamelplaats van het vieze goed.

Wij vinden het een prima systeem. Hoezo problemen met de horeca bediening?

Na de lunch gaan we terug naar de camper. We lopen weer door het park waar de jeugd inmiddels een ware schuimpartyaan het houden is.

We vervolgen onze route en komen tegen het eind van de middag aan bij camping Bispgården. Het is er heel rustig, twee Zweedse campers en wij.

Ook deze camping heeft een NL eigenaresse. Een jonge meiddie naast de camping, wat paarden heeft en trips in de wildernis organiseert, met name in de winter. Haar vriend uit Stockholm helpt ze hierbij. De bovenverdieping van hun woonhuis verhuren ze.

De camping is inderdaad eenvoudig. De elektriciteit die we hebben is zowat het meest luxe. Op het terrein staat een houten kotje. Het kotje dient als douche, toilet, lozingsput voor chemische toiletten, spoelbakken, informatieruimte en keukentje ( want op elke Zweedse camping kun je je eigen potje koken in zo’n ruimte). Men garandeert ons dat alles prima werkt.

Na het avondeten besluiten we een wandeling door het bos te maken. Het is een route uitgezet door de eigenaresse van de camping. Stiekem hoop je oog in oog te komen staan met een eland want die zijn er ook in dit gebeid volop. Een eland is het niet geworden, wel een oude auto!

We hebben al eerder opgemerkt dat de Zweden een zwak lijken te hebben voor old timers. We hebben er de afgelopen twee weken al heel wat voorbij zien komen. Wat we ook hebben gezien is dat ze autowrakken vaak maar wat laten liggen op hun terrein. Ik heb wrakken zien liggen van zo’n 50 tot 75 jaar oud. Volledig verroest, volledig uitgeleefd.

Het wrak van de Opel wat wij tegenkomen in het bos is ook al heel wat jaartjes oud. De natuur heeft het inmiddels bijna overwoekerd.

We stappen flink door met onze mosquitonetten op (echt geen luxe) en komen later weer aan op de camping. Tijd voor een kop koffie.

Voor de zekerheid hebben we een groot mosquitonet meegenomen. Nathalie heeft ons slaapplekje in de camper inmiddels omgetoverd tot een soort van haremtent. Nadat vanavond ook de spuitbus zijn werk zal hebben gedaan kan het bijna niet anders dan dat het vannacht wel goed moet komen.